Tao te Ching - Lao Tzu

Een moderne interpretatie / vertaling door Sietse Visser

20 Het tegenovergestelde van de gemeenschappelijke plaats


Vermijd leren als je geen bezorgdheid (~angst) zou willen hebben. De "ja" en de "jah" verschillend heel weinig, maar het contrast tussen goed en slecht is heel groot. Dat wat niet door de mensen gevreesd wordt, is de angst niet waard. Maar, oh, het verschil, de verwoesting, de uitgestrektheid, tussen onwetendheid en de onbegrensde uitdrukking van de Tao.

Alledaagse mensen zijn vreugdevol; zij vieren een feestdag; als een kudde verplaatsen zij zich in de lente-tijd naar een paviljoen (clubhuis). Ik alleen ben kalm, als iemand die nog geen voorteken heeft ontvangen; Ik ben als een mooie meid die niet geleerd heeft om te glimlachen. Ik ben eenzaam (~verlaten, troosteloos), als een dakloze zwerver. Alledaagse mensen hebben genoeg; Ik alleen ben hebberig. Ik ben een dwaas vanuit het hart. Ik ben onwetend. Alledaagse mensen zijn levendig (~opgewekt) en slim, Ik alleen ben saai en verward.

Kennis van de Tao, hoe groots (~ veelomvattend, reusachtig, onmetelijk)! Ik ben als een zeiler, ver voorbij ondiep (~ankerbaar) water, wegdrijvend op een onbegrensde oceaan. Alledaagse mensen zijn nuttig, Ik ben gênant (~vreemd). Ik sta in tegenstelling tot hen, maar oh, de prijs die ik zoek, is voeding van onze moeder Tao.


Aanvulling / notities

"JA! (met enthousiasme, aandacht en overtuiging)" of "Jah.. ok dan maar weer, omdat het moet...". Wie oplet hoort het verschil, hoe subtiel het ook is.


19 Ga terug naar eenvoud »21 Het Hart van Leegheid »

Original English translated text by Dwight Goddard en Henri Borel (1919)

XX. The Opposite of the Commonplace

Avoid learning if you would have no anxiety. The "yes" and the "yea" differ very little, but the contrast between good and evil is very great. That which is not feared by the people is not worth fearing. But, oh, the difference, the desolation, the vastness, between ignorance and the limitless expression of the Tao.

Common people are joyful; they celebrate a feast day; they flock to a pavilion in spring time. I alone am calm, as one who has a yet received no omen; I am as a babe who has not learned to smile. I am forlorn, like a homeless wanderer! Common people have plenty; I alone am in want. I am a foolish man at heart! I am ignorant. Common people are vivacious and smart, I alone am dull and confused.

Knowledge of the Tao, how vast! I am like a sailor far beyond a place of anchorage, adrift on a boundless ocean. Common people are useful, I am awkward. I stand in contrast to them-but oh, the prize I seek is food from our Mother Tao!


19 Ga terug naar eenvoud »21 Het Hart van Leegheid »

Foutje gevonden? Laat het me weten en ik corrigeer het. Opmerkingen en aanvullingen zijn ook welkom.